Geplaatst op Geef een reactie

Thermografie v.s. traditionele onderzoeksmethoden

Zeer regelmatig vragen onze klanten wat nu precies het verschil is tussen thermografie en andere onderzoeksmethodes en waarom wij in eerste instantie met thermografie in combinatie met gedegen klinisch onderzoek werken voordat andere onderzoeksmethodes worden ingezet. Om daar wat meer duidelijkheid in te brengen probeer ik dit aan de hand van een case uit te leggen. In een eerdere blog heb ik al uitgelegd wat thermografie precies inhoudt en in deze blog zal duidelijk worden wat het verschil is ten opzichte van andere onderzoeksmethoden.

Traditionele onderzoeksmethoden

Voordat wij worden ingeschakeld om een thermografisch onderzoek uit te voeren, heeft het desbetreffende paard vaak al een uitgebreid onderzoekstraject doorlopen. Immers is het nog steeds de meest voor de hand liggende gedachte om bij kreupelheidsklachten een dierenarts te bellen die de oorzaak alleen in de benen zoekt. Gelukkig kijken steeds meer dierenartsen verder en wordt er steeds meer bekend over het verband tussen kreupelheden en rugklachten en vice versa. In de case die recent werd aangeboden had het paard als klacht dat het paard onregelmatig liep, problemen had met de buiging en bij het aanspringen een “hupje” maakte. Zoals zal blijken werd ook in dit geval het probleem in eerste instantie alleen in de extremiteiten gezocht.

Klinisch onderzoek

Als eerste werd een klinisch onderzoek bij dit paard uitgevoerd waarbij geen aanwijzingen van de oorzaak van de kreupelheid gevonden werd. De buigproeven waren allemaal negatief en er werden tijdens de palpatie geen afwijkingen gevoeld. Ook het uitverdoven wees niets uit.

Echografie

EchografieVervolgens werd besloten om middels echo te gaan kijken of er beschadigingen aan pezen of ligamenten te zien waren. Het paard moest naar de kliniek gereden worden, heeft een licht roesje gekregen en van de beide voorbenen is uitgebreid een echo gemaakt. Met echografie kan met name worden beoordeeld of er wel of geen schade te zien is aan de weke delen. Ook hiervan was het resultaat negatief. Pees- en ligamentschade kon dus worden uitgesloten.

Röntgenonderzoek

RöntgenonderzoekOmdat de problemen toch ergens vandaan moeten komen is vervolgens besloten om een röntgenonderzoek uit te voeren. Bij dit type onderzoek worden met name botstructuren in beeld gebracht. Het nadeel van röntgenonderzoek is dat hier schadelijke straling bij vrijkomt. Vanuit veterinair oogpunt is het wenselijk om alleen röntgenfoto’s te maken van een klein gebied. Tijdens het klinisch onderzoek wordt dit gebied bepaald. Zo wordt het verband tussen de pijnklacht en de afwijking op de röntgenfoto aangetoond en wordt de hoeveelheid schadelijke straling beperkt. Echter uit de voorgaande onderzoeken was niet vast te stellen waar men moest zoeken, dus is het hele paard röntgenologisch onderzocht. Uiteindelijk heeft ook dit onderzoek niets opgeleverd en de klachten bleven aanhouden.

Scintigrafie

Om alsnog te proberen de oorzaak te vinden werd als laatste “redmiddel” besloten om het paard middels scintigrafie te onderzoeken. Deze onderzoeksmethode is belastend aangezien hier radioactieve vloeistof in het paard word gespoten. Met scintigrafie kunnen ontstekingen in beeld worden gebracht doordat de radioactieve vloeistof zich ophoopt in ontstekingsgebieden.

Helaas moest worden vastgesteld dat er ook uit de scintigrafie geen afwijkingen kwamen en de conclusie was dat dit paard zo goed was dat deze met glans alle keuringen zou doorstaan. De eigenaar kreeg het advies dat het misschien wel een mentale/psychische kwestie zou zijn…

Thermografie

Omdat de eigenaar toch uiteindelijk een antwoord wilde hebben is zij zelf door gaan zoeken en uiteindelijk bij ons terecht gekomen voor een thermografisch onderzoek. Het voordeel van een thermografisch onderzoek is dat dit op stal kan worden uitgevoerd, er komen geen stralingen aan te pas en is niet belastend voor het paard.

Binnen anderhalf uur waren de thermografiebeelden op de laptop beoordeeld en waren ook de problemen van het paard inzichtelijk. De oorzaak van de problemen was namelijk te vinden in de bindweefselstructuren. Er werden namelijk meerdere blokkades in de wervelkolom gevonden. Deze kunnen alleen door middel van thermografisch onderzoek in beeld worden gebracht. Doordat de problemen nu duidelijk waren werd ook direct gestart met een behandeltraject.

Uit dit verhaal blijkt dat we met themografie goed in staat zijn om probleemgebieden in beeld te brengen. Indien nodig kan dan gericht aanvullend onderzoek gedaan worden met andere onderzoeksmethoden. Dit kan de eigenaar veel geld besparen.

Veel problemen in het paardenlichaam zijn terug te vinden in de fascies (bindweefselstructuren) en deze worden met thermografie inzichtelijk gemaakt. De andere onderzoekstechnieken zoals hierboven beschreven brengen nauwkeurig afwijkingen in beeld van botten, pezen, gewrichtskapsels, en dergelijke. Er moet dan echter wel sprake zijn van schade aan het weefsel. Wanneer structuren overbelast zijn of er sprake is van verstrakking van fascies kan dit via deze onderzoeksmethoden niet gevonden worden. Het is onze ervaring dat deze fascies wel vaak direct of indirect veroorzaker zijn van rugklachten en/of kreupelheidsproblemen. Dit is een belangrijk onderscheid tussen thermografie en de traditionele onderzoeksmethodes. Een ander groot voordeel is dat het gehele paard in beeld gebracht wordt waardoor je verbanden kunt zien tussen verschillende reacties en blokkades.

Auteur: Hans Arendse

Geef een reactie